IJsjeslikkers doen alsof ze Lassie imiteren,
Oude mannen, strakke slipjes, naturisten, geen kleren.
Duitsers, Belgen in het land van de zon,
Het toerisme talrijk als een zee vol met plankton.
Badgasten voelen zich als vis in het water,
Zon en alcohol, de rekening die komt later.
De kater, de na-dorst overdag weer weggedronken,
De muziek van de nacht blijft overdag doorbonken.
Gasten met ghettoblasters, meiden in bikini,
Dronkenlappen muisstil in een hoekje als ienimini.
In het begin van de avond over boulevards flaneren,
Grote zonnebrillen, gecombineerd met dure kleren.
Zwembroeken in alle maten, tot over de knie,
Kleine mannen met schepjes krijgen op hun falie.
Zandkastelen herrijzen, waar in de Middeleeuwen,
Monnikken bedijkten en de zee wisten te keren.
refrein:
Dat is vakantie in Zeeland, met zon, zee en strand.
Bivakkerende Duitsers met spades bemandt.
Een hoop trammelant met koelboxen die ontdooien.
Zonnebaders die gaan compleet over de rooie.
Met hun tentje of caravan staan ze op een wei,
Achter de duinen, geen enkele kennis van het getij.
Maar de lust ebt niet weg, de zee nu ver lopen,
Eer bij de vloedlijn aangekomen, gasten zwaar gebroken.
Maar de zee in handbereik, voor een verkwikkende duik,
Met je middel in 't water, dames gillen het uit.
Terug naar de handdoek, vaak onder het zand bedolven,
Opa's vragen zich af: naar waar reiken die golven?
Tevergeefs wordt er gegraaid naar een koud blikkie bier,
Strandtenten op volle toeren, maken het vertier.
Nummer honderdrieenvijftig : een patatje met,
Reddingswerkers in actie verstoren de waterpret.
Een kind wordt gered, volledig ongemerkt,
De ouders maar testen of die zonnecreme wel werkt.
De lokale bevolking slaat het tafereel gade,
Na de zomer bevindt men zich weer in rustiger water.
Tijdje geleden dat ik een tekst heb geschreven, dus hopelijk een beetje feedback. Misschien komt er nog een couplet achter, maar dat kan altijd nog als er een beetje positief op wordt gereageerd.
Jo |